In 2006 liet de Hoge Raad een schokgolf door juridisch Nederland gaan. Uit de uitspraak leidden juristen af dat licenties door een curator van een failliete licentiegever/uitvinder niet behoefden te worden gerespecteerd. Het staat er niet letterlijk, maar voor juristen staat het er wel.
Naar aanleiding van die (uitleg van die) uitspraak zwaaiden curatoren jarenlang hard in het rond met die uitspraak en trachtten advocaten jarenlang even hard met allerlei ingewikkelde constructies aan de ‘grijparmen’ van die uitspraak te ontkomen. Want wat was het praktische gevolg ervan? Als je een prachtig octrooi/patent (of een merk of ander intellectueel-eigendomsrecht) had waar je een licentie op wilde verstrekken, kon de licentienemer daar zijn bedrijf niet echt op bouwen. Zelfs al noemde je de licentie ‘eeuwigdurend’, ‘onherroepelijk’ enzovoort: de curator die de IE van de failliete bedenker te gelde wilde maken, had daar niets mee te maken en kon de IE gewoon ‘vrij van licenties’ verkopen. De licentiehouder moest dan stoppen met het gebruik van het octrooi.
In de zomer van 2014 is de Hoge Raad echter van koers veranderd. Uit een uitspraak (die weliswaar over huur gaat bij faillissement) valt af te leiden dat een curator licenties moet respecteren.
Kortom, sinds deze zomer is uw vinding, althans de intellectuele eigendom erop (en de licentie van een ander daar weer op) meer waard.
Lees de uitspraak hier.
mr. Hub Dohmen.
Deze column verscheen op engineersonline in november 2014
Ook interessant in het kader van faillissement: 9 december 2013 column “Opdracht accepteren die risico op faillissement inhoudt?” Over een designer die op verzoek van Kruidvat op het randje designt en door de algemene voorwaarden van Kruidvat failliet gaat. Gepubliceerd op creatiefzuid.