Namaken mag
Nooit grappig, als een van uw afnemers besluit een concurrerend product op de markt te brengen dat als twee druppels water op het uwe lijkt. Dat was wat Fahrer overkwam toen Mellen bedacht dat het maken van accuhoezen voor de e-bike niet al te lastig moest zijn. “Ja maar, je mag toch niet namaken!” is een veelgehoorde uitroep op ons gratis juridisch spreekuur. Gek genoeg is de hoofdregel dat dat wel mag. Alleen (en nu vat ik het héél kort door de bocht samen) indien en voor zover iets “bijzonder” is, oftewel ‘bescherming verdient’, of er bijzondere omstandigheden zijn, kan er sprake zijn van bescherming.
Concurrentievrijheid
In alle namaakkwesties volgen advocaten (en dus de rechter) eenzelfde patroon: alle mogelijke rechten van intellectueel eigendom worden nagelopen, en voor zover die er niet zijn, zie je bijna altijd een beroep op zogenoemde ‘slaafse nabootsing‘ (een specifieke vorm van “onrechtmatige daad”, wat weer een juridische term is voor “hoort niet”). In dit geval ging het om het uiterlijk van een gebruiksvoorwerp. Dan zijn modelrecht en auteursrecht de twee rechten van IE die je inroept. De concurrent moet dan nog wel een product op de markt kunnen brengen dat het zelfde technische effect bereikt: productbescherming door middel van modelrecht en auteursrecht is immers slechts bescherming van het uiterlijk en niet van de functie.
Door de gewenste technische uitkomst beperkt aantal mogelijkheden
Fahrer had dus een aantal accuhoezen voor e-bikes. Die moeten beschermend en elastisch zijn, vuil- en waterafstotend, duurzaam en isolerend. Heel veel andere smaken dan neopreen heb je dan niet. Als je vuil niet wil zien, zijn er weinig andere keuzes dan zwart. Om een sterke, eenvoudige en flexibele sluiting van een verwijderbare hoes te maken zijn er ook weinig keuzes: naast klittenband een rits of een trekkoord. En gaatjes voor de aan-/uitknop die moeten er ook in (enzovoort). Oftewel: alles wat zogenaamd bijzonder was, was een keuze uit een door de gewenste technische uitkomst beperkt aantal mogelijkheden. Dan is er dus geen modelrecht en ook geen auteursrecht, en geen “onrechtmatige daad”. Bij de elementen waar alternatieven mogelijk zijn (materiaal en sluiting) oordeelt de rechter, dat twee alternatieven voor dat element te weinig is. Hoeveel dan wel genoeg is komen we helaas niet te weten. Toch kan ik op basis van “twee is niet genoeg” wel een aantal tips geven.
Tips
Wat leren we hier nou van? Als u producten in de markt wilt zetten: dat het eindresultaat wel erg op het product van een ander lijkt, niet per definitie betekent dat u iets doet dat niet mag. Als u bang bent dat het uiterlijk van uw product zal worden nagemaakt en u slaagt niet in bovenstaande “twee- alternatieven-test”: kijk eens of u uw product toch net een ander designkenmerk mee kan geven dat geen technisch resultaat heeft, of bouw aan een steviger merkreputatie. Voor industrieel ontwerpers en producenten van gebruiksartikelen hebben wij een aanbod van een gratis en vrijblijvend adviesgesprek over deze materie. Breng gerust voorbeelden mee en bel 013-5821987 of mail naar info@dohmenadvocaten.nl.
19 september 2016,
Jan Smolders
Lees-verder-tips:
29 mei 2016: ook een vormmerk kan technisch bepaald zijn, maar wanneer is dat dan het geval? Vormmerk registreren bij afloop octrooi: goed idee. Column van onze Hub Dohmen voor Engineersonline.nl over Capri-Sun limonadestazakjes.