In een eerdere column schreef mijn collega Jan Smolders al dat “Ja maar, zoiets bestond al” een relevant verweer kan zijn tegen een vordering op grond van inbreuk. In dat geval ging het over modelrecht. In de onderstaande casus is het onderwerp: auteursrecht.
Lampenkappen: big of niet?
Het idee blijft hetzelfde: B spreekt C aan, want die heeft inbreuk gepleegd, C verweert zich met de stelling dat er vóór B al een A was bij wie B heeft afgekeken. Hoe gaat dat dat ‘in het echt’? Nou, zo: Biglight spreekt Spinlight aan. Waarom? Klik hier. Ja, die serie lampenkappen lijkt wel als twee druppels water op elkaar. Een vraag die wij vaak op ons gratis wekelijks spreekuur krijgen: mag zoiets zomaar?
Als er auteursrecht op zit, nee. Maar wanneer zit er dan auteursrecht op? Het criterium uit de rechtspraak is of er sprake is van een ” eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van de maker“. Maar wat is dat dan? Kort samengevat: je mag het niet zelf al gekopieerd hebben en er moeten creatieve keuzes in zitten.
Biglight beroept zich op haar auteursrecht. Spinlight gaat daar tegenin: geen auteursrecht, het betreft zeer gebruikelijke vormen die ontleend zijn aan de geometrie en die door verschillende lampenmakers worden gefabriceerd en verkocht. Biglight bindt een beetje in: alleen de lampen met een dubbele laag (4, 8, 9, 10, 11 en 12) hebben auteursrecht, de rest niet. De rechter oordeelt dus alleen over de lampen met een dubbele laag. Die zijn ook niet bijster creatief, maar ook niet “nul creatief”, zo vindt de rechter. Daar kroop Biglight door het oog van de naald.
Gratis modelbescherming
Even een zijstapje: indien de lampenkappen niet langer dan drie jaar op de markt waren, had Biglight ook voor het anker kunnen gaan liggen van het “ongeregistreerd Europees model”. Een ongeregistreerd Europees model houdt in: drie jaar gratis bescherming tegen namaak, creativiteit niet vereist, het enige dat je hoeft te doen, is zeggen dat er een “eigen karakter” aan zit en waar hem dat dan in zit; registratie is niet nodig.
Wie was eerst?
Dan terug naar de Biglightzaak. Er is dan nog de vraag of die geringe creativiteit van Biglight zelf is of dat Biglight ook al heeft ‘afgekeken’ van anderen. De rechter kan niet beoordelen of er inderdaad eerdere lampenkappenmakers (3x woordwaarde) waren met iets soortgelijks het zogenoemde ‘vormgevingserfgoed’ of ‘Umfelt’. De bewijslast daarvan ligt bij Spinlight en er is geen enkele foto van eerdere lampenkappen aan de rechter getoond. Dus kan de rechter niet anders dan uitgaan van het auteursrecht van Biglight. De vraag of de lampen links in het plaatje zijn ontleend aan de lampen rechts is ook snel beantwoord. Dus: inbreuk, stoppen en betalen.
Tip om problemen te voorkomen
Wat leren we hier nu van? Wordt u geconfronteerd met een “ja maar, zoiets bestond al” als reactie op uw e- mail om te stoppen, zwaai dan met onderstaande uitspraak en vraag de ander om bewijs van eerder gelijkend “vormgevingserfgoed”. Zonder dat laatste gaat de namaker gewoon nat bij de rechter.
Lees het vonnis hier.
mr. Hub Dohmen
Deze column verscheen in oktober 2015 op creatiefzuid.nl. Ook interessant om te lezen in het kader van “was er iets eerder”: 21 september 2015: Ja maar, bestond al, column van onze Jan Smolders over de vraag wanneer “ja maar, bestond al” een zinvol verweer kan zijn. Interessant in het kader van stijlimitatie: 4 juni 2013: (auteursrecht) column ” Stijlpikkers “, namaken stijl schilderij toegestaan volgens Hoge Raad, 27 mei 2014: column ” stijlpikkers II “: stijl via omweg auteursrechtelijk beschermd?