Slaafse nabootsing: hijsen doet eisen

Leestijd: 4 minuten

Slaafse nabootsing: aan het eind van deze column weet u wat dat is. Nu eens een column met prachtige plaatjes. Wat lijken die plaatjes op elkaar, zult u denken. En daar ging het nu juist om. Een mooi product laat u natuurlijk beschermen als bijvoorbeeld octrooi of model. U heeft dan een ‘recht van Intellectuele Eigendom’ (‘IE-recht’). Maar wat nu als u geen bescherming heeft aangevraagd of de beschermingsduur is verlopen en iemand anders maakt uw product na? U heeft dan geen IE-recht (meer). Dan gaat de rechter kijken of er misschien sprake is van ‘ongeoorloofde mededinging’. De rechter kijkt dan of ‘de wijze waarop en de omstandigheden waaronder het profiteren of nabootsen geschiedt’ de concurrentie onrechtmatig maken. Als dat zo is, is er sprake van ‘slaafse nabootsing’ en dat mag niet.

In 1953 is het begrip slaafse nabootsing ontstaan. De Hoge Raad zei toen in een zaak die over hijskranen ging het volgende : “Nabootsing is alleen dan niet geoorloofd indien men zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen op bepaalde punten evengoed een andere weg in had kunnen slaan en men door dit na te laten verwarring sticht.”

Mijn oog viel op een soortgelijke uitspraak, juist vanwege het feit dat het ook hier om metalen hijswerktuigen ging. Bomecon heeft een paar prachtige hijsproducten ontwikkeld, zogeheten ‘gevelstekers’, bedoeld om in de kraanhaak op te hangen voor het plaatsen van verschillende elementen en materialen binnen de gevellijn. Bomecon verhuurt haar gevelstekers al jaren aan diverse grote bouwbedrijven. Hieronder is een gevelsteker van Bomecon, de ‘OP-STEKER’ afgebeeld.

Van Gerwen is een hijsbedrijf en verhuurt hijswerktuigen en -materialen, waaronder een ‘OP‑STEKER’ die ze bij Bomecon kocht. Bomecon ziet dat Van Gerwen ook gevelstekers verhuurt die op die van Bomecon lijken. Op de site van Van Gerwen valt te lezen: “Van Gerwen heeft een nieuwe manier voor het plaatsen van gevelelementen ontwikkeld: de gevelsteker.” Daar staan de volgende plaatjes bij:

Op youtube staan filmpjes, te vinden door op ‘gevelsteker’ te zoeken. Van Gerwen wijzigt de naam in ‘elementenplaatser’. Van Gerwen past de ‘elementenplaatser’ zelf ook aan, zie onderstaand plaatje.

Er wordt nog wat over en weer gecorrespondeerd over extra aanpassingen. De voorgestelde wijzigingen vindt Bomecon niet voldoende. Van Gerwen moet stoppen met de “slaafse nabootsen”, vindt Bomecon. Bomecon daagt Van Gerwen voor de rechter omdat Van Gerwen niet vrijwillig wil stoppen.

Van Gerwen zegt op de terechtzitting zelf al dat haar ‘elementenplaatser’ is gebaseerd op de gevelsteker van Bomecon. Die vraag hoeft de rechter dus niet meer te beantwoorden. De enige vraag die de rechter nog moet beoordelen is dan: “is Van Gerwen voldoende afgeweken ?”.

Van Gerwen zegt: “Kijk eens naar de verschillen”. Bomecon zegt: “Dat zijn details; kijk eens naar de overeenkomsten, de totaalindruk is hetzelfde en bovendien heb je die details ook nog eens van mijn eerdere modellen” . Daar is de rechter het mee eens. De rechter is van oordeel dat er sprake is van verwarringsgevaar. Zelfs al zijn de potentiële klanten afkomstig uit de bouwwereld, als die de “elementenplaatser” op een bouwplaats of in een catalogus zien, gaan ze daar niet met een zodanig scherpe blik naar kijken dat ze de verschillen zien. De totaalindruk zal de doorslag geven voor die klant. Het is aannemelijk dat die klant denkt dat de “elementenplaatser” ook door Bomecon is gemaakt, nu van Gerwen beide werktuigen verhuurt.

Zoals al blijkt uit de definitie van slaafse nabootsing in alinea 2 van deze column is ‘deugdelijkheid en bruikbaarheid’de grens: de ander kan niet van je verlangen dat je je product zodanig aanpast dat het ondeugdelijk of onbruikbaar wordt. Van Gerwen heeft volgens de rechter onvoldoende aangetoond dat bij verdere afwijking haar “elementenplaatser” geen deugdelijk product meer zou zijn. Van Gerwen had bijvoorbeeld ook een andere kleur of striping kunnen kiezen. Dat Bomecon kleurafwijking onvoldoende vond, betekent nog niet dat Van Gerwen dat niet uit zichzelf al had kunnen aanpassen. Van Gerwen heeft onvoldoende gedaan om dat te doen wat (redelijkerwijze) mogelijk is om verwarring te voorkomen, zo oordeelt de rechter.

De uitspraak luidt als volgt. Van Gerwen moet alle huurders aanschrijven dat de elementenplaatsers op bevel van de rechter en op kosten van Van Gerwen terug moeten naar Van Gerwen. In die brief moet Van Gerwen ook melden dat de huurder zijn geld terugkrijgt. Van Gerwen hoeft de “elementenplaatsers” daarna niet te demonteren, dat zou kapitaalvernietiging zijn. Wel moet Van Gerwen ze aanpassen. Ook moet Van Gerwen haar omzetcijfers en geproduceerde aantallen aan Bomecon opgeven zodat zij kan zien hoeveel Van Gerwen er mee heeft verdiend en haar schade kan bepalen. Ten slotte bepaalt de rechter dat Van Gerwen een dwangsom moet betalen als zij zich niet aan de uitspraak houdt, in dit geval door de rechter beperkt tot EUR 1.000 per dag.

Het enige geluk voor Van Gerwen bij het grote ongeluk is dat zij niet de volledige proceskosten hoeft te betalen – die vaak vele tientallen duizenden euro’s bedragen -, maar slechts circa EUR 1.000. Dat is meteen ook pech voor Bomecon. Dit – oneerlijke – verschil in proceskostenaanpak vindt zijn oorzaak in verschillen tussen Europese en Nederlandse regelgeving.


mr. Jan Smolders.

19 juli 2010

Gepubliceerd op alurvs.nl

Afspraak/telefonisch overleg

Wilt u graag een afspraak maken of wilt u uw zaak nu voorleggen, Dohmen advocaten is iedere dag van 9:00 tot 17:00 telefonisch bereikbaar via 013-5821987.

Ook kunt u contact opnemen met ons via het onderstaande formulier: