Deze column gaat weliswaar over een webdesigner, maar heeft een universeler strekking. Een webdesigner (laten we hem Kees noemen) besluit samen met een vriend (“Piet”) een webwinkel te beginnen. Het hoe en wat (BV, VOF, enzovoort) moet nog worden bepaald. De webdesigner neemt geen genoegen met het standaardbouwpakket waarmee een e-commercewebsite gewoonlijk 1-2-3 wordt opgezet; hij is daarnaast ook flink bezig met het customizen van het design. Nadat de webwinkel gereed is om de lucht in te gaan en de eerste voorraad kan worden ingekocht, krijgen de twee vrienden knallende ruzie (dit keer eens niet over de centen, maar over een vriendin). De “vriend” benadert een andere host en geeft die het wachtwoord van de site. De nieuwe host trekt snel een kopie van de site. De vriend gaat op die andere locatie van start met de webwinkel, zonder de webdesigner. Die pikt dat niet: stoppen met die site, heb ik ontworpen! Ga maar fijn door met je kale bouwpakket uit de doos!
Zoals zo vaak het geval is tussen vrienden, staat er geen letter op papier over wat van wie is op het moment dat het huwelijk strandt. En dan? Hierover krijgen wij veel vragen bij ons gratis wekelijks spreekuur (ook telefonisch) over dit onderwerp; dat heet ‘intellectuele eigendom’. De vriend geeft aan dat het natúúrlijk de webdesigner is geweest die het uiterlijk van de site technisch heeft verwezenlijkt, maar dat hij voortdurend heeft meegedacht hoe het er uit zou moeten zien. Oftewel: in zijn lezing was hij een creatief genie, en de webdesigner een keyboardmonkey. En dan sta je daar, voor een streng kijkende rechter. Dát er auteursrecht zat op het design was buiten twijfel. Maar kon de webdesigner ook bewijzen dat hij het allemaal zelf had bedacht? Uit de vijf centimeter dikke whatsapp- en mailwisseling met bijlagen die geprint via snailmail naar de rechtbank was gestuurd – ja, daar leeft men nog steeds in het dode-bomen-tijdperk 😉 – bleek dat het meedenken van de vriend zich voornamelijk had beperkt tot “oh ja, mooi”. Dus lag het auteursrecht bij de webdesigner. Stoppen en proceskosten betalen! Samen met het vonnis ontving de vriend een korte boodschap: ” mocht je ongewijzigd door willen met de webwinkel, dan valt daar wel over te praten maar dan dienen eerst de uren die in het design zijn gestoken te worden vergoed “.
En wat leren we hier nou van? Doe nooit zaken met je vrienden, word nooit vrienden met je zakenpartners zou er een kunnen zijn. Een andere zou kunnen zijn: leg van te voren vast wat van wie is en ga daar niet pas over nadenken op het moment dat je onverhoopt elkaar achter het behang wil plakken.
Jan Smolders,
oud-webdesigner en advocaat bij Dohmen advocaten .
Ook interessant in het kader van “samen iets gemaakt”/”wat is van wie”: 1 juli 2015: column over problemen met het auteursrecht “Externen inhuren voor project? Let op…”. 21 januari 2016: column “auteursrecht: de gekopieerde website”. Als u opdrachtgever bent van de bouw van een website: u ziet ineens kopieën van de door u geëxploiteerde websites opduiken, en nu? Als u webdesigner bent: u heeft in opdracht een site gemaakt en zet uw broncode online te koop, mag dat? 11 juni 2015: Column “Auteursrecht – onzekerheden beter voorkomen dan genezen”.
Meer weten? We hebben elke week een gratis juridisch spreekuur . Wij zijn designers en techneuten die advocaat geworden zijn en begrijpen dus de designtaal en de technische taal. Met die achtergrond checken we gratis uw algemene voorwaarden en modelcontracten op onverantwoorde risico’s.
Lees meer over mr. Jan Smolders viaLinkedIn of volg zijn twitterprofiel voor meer columns.Wie is de eigenaar van een website? Specia