Eerder schreef ik een column (klik) dat het oppassen geblazen is voor afvullers. Even een korte samenvatting daarvan: frisdrankafvuller Winters kreeg van zijn opdrachtgever blikjes met opdruk aangeleverd en de inhoud, met de opdracht die samen te voegen tot blikjes fris. De losse onderdelen maakten geen merkinbreuk, Het eindresultaat leverde merkinbreuk op: ‘Bullfighter’ doet denken aan ‘Red Bull’ en dat zorgt voor verwarring bij het publiek, dus merkinbreuk. Wat de zaak zo bijzonder maakte, was dat de kortgedingrechter oordeelde dat ook Winters inbreuk maakte, terwijl hij slechts de opdracht uitvoerde.
Winters pikte dat natuurlijk niet. De zaak kwam bij de Hoge Raad. De Hoge Raad wilde uitleg van het Europese Hof over de van oorsprong Europese regels. Het Europese Hof gaf Winters gelijk: Winters verschafte slechts technische voorzieningen aan de inbreukmaker. Winters gebruikt het merk niet, de opdrachtgever doet dat. Winters had geen enkel belang bij welke opdruk op het blikje stond: een paardenbloem, een lachende zon of – in dit geval – “Bullfighter”. Winters verkocht of leverde de blikjes ook niet aan derden, blikjes plus inhoud werden los van elkaar door de opdrachtgever aan Winters aangeleverd en aan diezelfde opdrachtgever samengevoegd teruggestuurd. Het publiek is geen getuige van het afvullen door Winters en kan dus ook niet door het handelen van Winters in verwarring raken. De diensten die Winters verleent (afvullen) vormen ook niet een van de “waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven”. Het merk ‘Red Bull’ is immers ingeschreven voor blikjes energydrink en niet voor het afvullen van blikjes.
mr. Jan Smolders, 29 december 2011
Gepubliceerd januari 2012 op creatiefzuid.nl
Ook interessant in de categorie levensmiddelen: 10 juli 2015: De rijdende proevende rechter. Column van onze Jan Smolders over auteursrecht op smaak.