Bescherming techniek via uiterlijk, kan dat? Stadscentra, stations, parken. Waarschijnlijk staan weinigen van ons er wel eens bij stil hoeveel tijd en energie het kost om openbare plaatsen dagelijks schoon te houden. Zodat u niet uitglijdt over bananenschillen of de maaltijd van Fikkie onder uw zolen uit hoeft te krabben. Meestal gebeurt die schoonmaak na sluitingstijd of op een tijdstip waarop de meeste mensen al/nog op één oor liggen. Deze column gaat over een fabrikant van professionele afvalzuigers die in conflict raakt met iemand die soortgelijke apparaten van andere merken importeert en verhuurt of verkoopt.
Geen octrooi, dus beroep op namaak uiterlijk
Wat was het probleem? De machine van de importeur (de Vanguard) zou teveel op de machine van de fabrikant lijken (de Glutton). De kortgedingrechter moest er aan te pas komen om te bepalen of er sprake was van ongeoorloofde namaak. Er was geen octrooi. Maar dan ben je als technische onderneming nog lang niet aan het eind van je latijn, ook niet als het technische producten betreft. De fabrikant haalde dan ook de andere gebruikelijke wapens van stal, alle in het kader van het uiterlijk. Er zou sprake zijn van inbreuk op auteursrecht en een vormmerk. Daarnaast zou er sprake zijn van ’slaafse nabootsing’: ‘Ik heb geen IE-recht, maar je gaat zonder reden te dicht bij het uiterlijk van mijn product zitten en daardoor raken kopers in verwarring’. Ik loop alles even langs.
Bescherming techniek via uiterlijk: maak duidelijk aan de rechter wat creatief en niet technisch bepaald is
Bescherming techniek via uiterlijk. Allereerst het auteursrecht. Technische dingen kunnen niet door auteursrecht worden beschermd, daar zijn octrooien voor. Pas op de zitting kwam de fabrikant met een verweer daartegen, namelijk: opgave van kenmerken die volgens hem creatief, oorspronkelijk en niet technisch bepaald waren. Dat is gewoon te laat. De ander kan daar dan niet meer zinvol op reageren. Het was de rechter onduidelijk wat er allemaal technisch bepaald was, dus exit auteursrecht. Tevens exit slaafse nabootsing, want ook daarvoor geldt de ‘technisch-bepaald-hobbel’.
Laat externen rechten aan u overdragen
Maar stèl dat er tóch auteursrecht zou zijn, dan kwam de volgende hobbel: van wie is dat dat auteursrecht dan? Er was een interview met de fabrikant boven tafel gekomen. Daaruit bleek dat de fabrikant een externe ontwerper had ingehuurd. Hoeveel van het uiterlijk was nog afkomstig van de fabrikant dan? Zonder aanvullende afspraken is dan het auteursrecht bij de ontwerper gebleven. En ja, daar valt dan weer een juridische mouw aan te passen, naar Nederlands recht. Bij een model dat op bestelling is ontworpen en bedoeld is om meerdere exemplaren te produceren, is de besteller van het model fictief ontwerper van dat model. Als er auteursrecht op rust dan is die fictief modelontwerper tevens auteursrechthebbende. Met deze redenering zou de fabrikant dus toch auteursrechthebbende zijn. Maar dan moet daar wel in de procedure een beroep op worden gedaan, wat hier niet was gebeurd. Hoe dan ook, afspraken vastleggen is beter.
Foto als vormmerk slechts zinvol bij enorme afwijking uiterlijk
Het vormmerk dat de fabrikant had gedeponeer hielp al evenmin. Om een beroep te kunnen doen op je vormmerk moet dat vormmerk wel geldig zijn. Het vormmerk bestond simpelweg uit een foto van de machine, oftewel ‘afvalzuiger = merk’. Zo’n merk is pas geldig als de vorm ‘significant afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is’. Ik vertaal dat als: eigenlijk zou je bij het voorbijlopen van de machine moeten denken ‘Hee, dat is een aparte afvalzuiger!’.
Wat moet u met deze informatie over bescherming techniek via uiterlijk?
Bescherming techniek via uiterlijk, kan dat? Uiteraard bent u het beste af als u een octrooi heeft. Dat is niet altijd haalbaar. Dan kunt u terugvallen op bescherming van het uiterlijk, mits dat uiterlijk bijzonder is en geen gevolg van de functie of van techische vereisten. Dan moet u dat wel goed aanpakken. Het eind van het liedje in de afvalzuigerzaak was dat de fabrikant van het ‘origineel’ 19K aan proceskosten aan de importeur van de ‘namaak’ moest betalen, naast de eigen proceskosten, die wel ongeveer vergelijkbaar zullen zijn geweest. Of de rechter besloten zou hebben tot ‘Ja, auteursrecht’ als er een betere beschrijving zou zijn van wat er allemaal zo bijzonder aan de machine was? We zullen het nooit weten. Wèl wordt duidelijk dat het nauwkeurig vastleggen van ‘wat er al was’ en van het ontwerpproces belangrijk is. Een dergelijk ‘logboek’ kan de reddende engel zijn in een procedure. Zeker in een kort geding waarbij alles draait om snelheid is er geen tijd meer om een dergelijk logboek te maken. Daarnaast zijn gegevens die ooit beschikbaar waren dan wellicht niet meer beschikbaar. Zorg dus dat u aan uw designafdeling opdraagt: start ontwerp = start logboek. Uw advocaat kan dit niet. U bent immers de deskundige op het gebied van het design van uw machines. En u bent deskundige op het gebied van ‘wat er al is’. Wèl kan uw advocaat controleren of het logboek voldoende ‘body’ heeft om een procedure geslaagd door te wandelen. Als het uiterlijk van een product of machine in aanmerking komt voor auteursrecht, komt het haast zeker in aanmerking voor een registratie als modelrecht. Doe dat. Kost een habbekrats. Als u externe ontwerpers inhuurt: zorg dat ze een stuk ondertekenen waarin ze het auteursrecht en aanspraken op modelrechten overdragen. Niet in elk land gelden immers dezelfde wettelijke regels. Als er dan onverhoopt iemand uw machine namaakt, heeft u gereed wat u toch al nodig heeft. Of ga gewoon door met waar u goed in bent: state of the art machines bouwen waarbij uw woordmerk voldoende bescherming is, omdat de concurrent toch niet aan u kan tippen.
Vragen over bescherming techniek via uiterlijk?
Gratis spreekuur
Lees-verder-tips:
Algemene informatie over octrooirecht.
Algemene informatie over auteursrecht.
Hub Dohmen, 22 oktober 2020
Deze q&a verscheen eerder op de website van Engineers Online.
http://twitter.com/hdohmen
http://nl.linkedin.com/in/hubdohmen