In twee recente kort gedingen in Rotterdam werden uitspraken gedaan over het noemen en afbeelden van bekende personen in een boek. De voorzieningenrechter moest hierbij een balans vinden tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, zoals vastgelegd in de artikelen 8 en 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De zaak draaide om een boek waarin de president van Suriname en een commissaris van de Surinaamse Bank, tevens een bekende zakenman worden genoemd in het kader van corruptie in Suriname. De president wordt hierbij alleen genoemd, maar van de zakenman wordt tevens gesuggereerd dat hij bij de corruptie betrokken is. Beide personen spanden twee afzonderlijke kort gedingen aan tegen de schrijver en de uitgever van het boek.
De voorzieningenrechter moest een afweging maken tussen de vrijheid van meningsuiting en eerbieidiging van de persoonlijke levenssfeer. Aan geen van beide rechten komt voorrang toe. Daarom moet een afweging worden gemaakt op basis van de specifieke omstandigheden om te bepalen welk recht het zwaarst weegt.
Het boek behandelt een onderwerp van openbaar belang: corruptie op hoog niveau in Suriname. Hierdoor is er meer journalistieke vrijheid en minder ruimte voor beperkingen van het debat. Grenzen van toelaatbare kritiek zijn ruimer als het om personen in de publieke belangstelling gaat. De gewraakt passages en het gebruik van de foto zijn daarom ook niet buitensporig en/of onnodig schadelijk voor de namen van de eisers.
De rechter benadrukte dat als de feiten in het boek accuraat zijn, dit van groot belang is. De manier waarop de gedaagden de feiten presenteren en de suggestie die daarvan uitgaat is een weergave van de persoonlijke beleving van de schrijver. Dit blijkt ook duidelijk uit het boek. Tevens merkt de rechter op dat zelfs als sommige gepresenteerde feiten niet kloppen, dit niet automatisch betekent dat de passages onrechtmatig zijn. De eisers slaagden er niet in aan te tonen waarom deze passages nodeloos de namen van de eisers zouden besmeuren.
Hoewel een lezer zich gebaseerd op de boekomslag zou kunnen afvragen of de president van Suriname corrupt is, blijkt dit verder niet uit het boek – hij wordt daarin niet van corruptie beschuldigd en er wordt geen indruk gewekt dat hij corrupt is. Bovendien was er al een publiek debat gaande over de betrokken personen, waarbij dezelfde foto van de eisers al eerder in andere media was gebruikt. Ook hierdoor kan het boek niet als nodeloos diffamerend kon worden beschouwd.
Concluderend oordeelde de rechter dat het recht op vrijheid van meningsuiting van de gedaagden in dit geval zwaarder weegt dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de eisers. De publicatie van het boek werd daarom niet verboden.
Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Bent u van mening dat uw rechten in het geding zijn? Neem contact met ons op!