Tsja, hoe kon het dan toch zo fout lopen met me? Ronkend als techneut begonnen en nu advocaat!? Zal wel komen omdat ik altijd al moeite heb gehad met kiezen – behalve bij mijn vrouw dan –. En al helemaal als ik niet alle ins en outs van de opties ken. Eerst alles uitpluizen en dan kiezen dus … Zo bouwde ik in de zeventiger jaren mijn eigen computer en sloeg aan het programmeren, begon te werken in de automotive – autogek als ik was –. Omdat een auto steeds meer een computer op wielen werd, greep ik de buitenkans om dit te combineren met mijn computerpassie.
En hoe zit dat dan als iemand er vandoor gaat met iets dat ik ontwerp of ontwikkel?, vroeg ik me af. Een deeltijdstudie rechten naast mijn werk gaf het antwoord – ik hou niet van half werk (anderen noemen het faalangst …) – en maakte me enthousiast voor het advocatenvak. Wát een buitenkans: ik kon voortaan mijn diep doorvoelde overtuiging dat technologie bijdraagt aan een betere wereld gebruiken om samen te werken met techneuten en creatieven die juridisch advies of contracten nodig hebben of onverhoopt in een rechtzaak verzeild raken. En zo kwam het dat ik een advocatenkantoor oprichtte met alleen maar advocaten die techneut of creatieve zijn (geweest), een kantoor dat zich richt op innovatie, technology, IT, IP/IE (Intellectual Property/Intellectuele Eigendom).
Dat is –kort samengevat – waarom je hier nu een stukje van mij kunt lezen over de juridische aspecten van 3D-printing of ‘Additive Manufacturing’. Want vanaf het moment dat ik iets hoorde over AM liep ik over van enthousiasme over de mogelijkheden: vormen printen die onmogelijk op een andere manier te maken zijn, snel een prototype maken, lichaamsdelen printen, eten en medicijnen printen, aerospacetoepassingen, vervangingsonderdelen printen op locatie enzovoort. En: is Blokker straks alleen nog maar een webshop voor printfiles: print thuis je eigen emmer? Last but not least: printen wat je ogen zien en dan zitten we meteen ook al in een juridisch wespennest!
Want dát is dan weer wel het gevolg van nieuwe technologie: het recht loopt er hijgend achteraan. Veel onzekerheden dus en vaak wachten op de eerste uitspraken van rechters. In dit stukje wil ik enkele van die onzekerheden en vragen aanstippen; vragen die cliënten mij stellen, vragen die mij gesteld worden in onze technologie- en innovatiespreekuren. ‘Áánstippen’, schrijf ik, want in volgende uitgaven zal ik regelmatig dieper ingaan op enkele van de juridische aandachtspunten van 3DP.
IP noemde ik al. Maar wat heb je eigenlijk nog aan copyright, merken– en modellenrecht, nu je met een 3D-scan van een Eamesstoel via je smartphone die stoel ‘even’ print, thuis of bij de HEMA? En wie moet je als ‘eigenaar’ van het IP op die stoel eigenlijk aanspreken: de aanbieder van de printservice of degene die daadwerkelijk print? Maakt het trouwens uit of het een consument is die aan het printen slaat of een bedrijf? Ook patenten en octrooien worden beïnvloed; wanneer print iemand voor het eerst door patenten beschermde gewassen of geoctrooieerde medicijnen?
Bij criminaliteit (ik neem wapens als voorbeeld) is één ding is in elk geval wel duidelijk lijkt me: je mag geen wapens hebben zonder vergunning. Maakt dus op dat vlak weinig uit of die uit een 3D-printer komen. Maar het aanbieden van een scan of het downloaden van een scan is nog niet hetzelfde als het hebben of produceren van een wapen. Toch maar een persoonsscreening bij aanschaf van een 3d-printer?
Hoe zit het met aansprakelijkheden? Wat als je een defect onderdeel van een machine vervangt door een 3D-print en er treedt een storing op in die machine? Hoe verifiëren we de echtheid van dat onderdeel? En – trouwens – wat ís nu eigenlijk ‘echt’? Kan ik nu de printdienst of het printbedrijf aanspreken? Of moet ik bij de aanbieder van de file zijn? Of bij de 3D-printerfabrikant? Ook de leverancier van de materialen komt in zicht. Niet in de laatste plaats: het belang van vastleggen van alle condities waaronder werd geprint.
En dan de grote vrees voor producenten: productaansprakelijkheid. Daarvan is sprake bij schade veroorzaakt door een gebrek in een product, dus niet het defecte product zelf. Nou heeft een consument schade door een 3D-geprint product. Wie is er nou de producent? De oorspronkelijke ontwerper? Degene die print? De maker van de 3d-printer? De aanbieder van de file (is dat trouwens een product? Bedenk wél dat elektriciteit ook als product wordt beschouwd!)? En wat vinden de verzekeraars?
En nog een leuke: garantievoorwaarden die bepalen dat de garantie vervalt als je geen originele onderdelen gebruikt voor herstel. Wat is dan origineel? Als je de 3D-file van de fabrikant downloadt? Of ook als je zelf bij aankoop onderdelen hebt gescand voor het geval er iets stuk gaat of even bij een collega een scan maakt?
Afijn, vragen die knagen. Een aantal zullen de komende jaren wel in de rechtszaal aan de orde komen. Ik ben er in mijn praktijk en in mijn gedachten alvast volop mee aan de slag. Niet voor niets luidt de titel: ‘Advocaat in luilekkerland’…
20 September 2018,
Hub Dohmen,
Dohmen advocaten – technology lawyers
e: h.dohmen@dohmenadvocaten.nl
twitter: http://twitter.com/hdohmen
LinkedIn: http://nl.linkedin.com/in/hubdohmen
Dit eerste de Nederlandse vertaling van de Engelse column die eerder verscheen op 3Dfabprint.com
This is de Dutch translation of the English column that first appeared on 3Dfabprint.com.Specialist IP nodig? Dohmen advocaten: uw advocaat gespecialiseerd in IP, IE, Intellectual Property, Intellectuele Eigendom, copyright, merkrecht, modelrecht, patent, octrooi en meer. Gratis spreekuur 013-5821987 of op ons advocatenkantoor.